Dieselschandaal

In september 2015 barstte het dieselschandaal los. Het Amerikaanse ministerie voor Milieu ontdekte dat Volkswagen gebruik maakt van zogenoemde sjoemelsoftware in dieselauto’s. Deze auto’s stoten op de weg veel meer stikstofoxides uit dan wettelijk toegestaan, de software zorgt ervoor dat de auto’s onder de wettelijke norm blijven in testsituaties. De verboden software bleek ook in de Europese Volkswagen diesels te zitten. Later blijken ook andere autofabrikanten gebruik te maken van deze sjoemelsoftware.

De ontdekking leidt tot een parlementaire enquêtecommissie van het Europees Parlement, waar Bas Eickhout lid van was.

De commissie onderzocht de rol van de lidstaten en Europese Commissie in het schandaal. De conclusie: zowel lidstaten als de Europese Commissie hebben onvoldoende actie ondernomen om deze fraude tegen te gaan, ondanks dat al lang bekend was dat de uitstoot van diesels in testsituaties onvergelijkbaar is met de uitstoot op de weg.

De onderzoekscommissie kwam met duidelijke aanbevelingen voor lidstaten en Europese Commissie. Toch wordt nog veel te weinig actie ondernomen om de uitstoot van auto’s terug te dringen en de tests representatief te maken voor de situatie op de weg, ondanks alarmerend hoge hoeveelheden stikstof in de lucht in verschillende grote Europese steden.

Het dieselschandaal heeft wel een sneeuwbaleffect gehad in de Europese auto-industrie; om de paar weken komen weer nieuwe feiten aan het licht. Zo bleek in de zomer van 2017 dat vijf grote Duitse autobouwers aan kartelvorming deden, waarbij afspraken werden gemaakt over het emissiecontrolesysteem. De Europese Commissie is hier intussen ook een onderzoek naar gestart.