Akkoord in eerste lezing

Sinds het Europarlement in 1993 medebeslissingsrecht verwierf, moeten de Raad van Ministers en het Parlement onderhandelen over nieuwe wetten. De medebeslissingsprocedure is transparant, maar ook tijdrovend. Het kan wel twee jaar duren voordat de onderhandelingsfase (de conciliatie) is bereikt. Daarom snijden de Raad en het Europees Parlement vaak wat bochten af. Zij gaan dan al eerder werken aan een compromis.

Bij zo’n verkorte procedure, het akkoord in eerste lezing, houdt de bevoegde parlementscommissie bijvoorbeeld eerst een ‘oriënterende stemming’ om de politieke inzet te bepalen. Vervolgens gaat een onderhandelingsteam van het parlement (inclusief de rapporteur) praten met de Raad en de Europese Commissie. Leidt deze trialoog tot overeenstemming, dan legt de parlementscommissie alleen die amendementen voor aan het voltallige parlement die met de Raad zijn overeengekomen. De Raad neemt het standpunt van het parlement vervolgens over.

Deze procedure voor een akkoord in eerste lezing is schimmiger dan de normale medebeslissingsprocedure. Daarom wil de Groene fractie de trialogen transparanter maken en meer duidelijkheid over de invloed van lobbyisten op de onderhandelingen.